9 december 2024

De 5 misverstanden over waterstof

Veel mensen denken dat waterstof iets nieuws is, een futuristische technologie die pas net op de radar verschijnt. Dat klopt niet helemaal. Waterstof wordt al decennialang toegepast in industriële processen. Helaas bestaan er nog veel misverstanden rondom waterstof, vooral nu het steeds vaker wordt genoemd als belangrijke speler in de energietransitie. Laten we enkele van die misverstanden uit de wereld helpen.

Misverstand 1. Het is te gevaarlijk.

Een veelgehoord misverstand is dat waterstof te gevaarlijk zou zijn, omdat het zeer ontvlambaar is. Waterstof is inderdaad erg brandbaar, maar waterstof vervliegt ook makkelijker dan aardgas door de lage dichtheid. Ook is er meer energie nodig om het te ontsteken bij lage concentraties. Bovendien is er nog een ander veiligheidsaspect: er kan geen koolmonoxidevergiftiging optreden – dit komt niet vrij bij waterstof.

Uiteindelijk heeft elk type brandbaar gas, inclusief aardgas, specifieke veiligheidsmaatregelen nodig. Dit betekent dat waterstof een andere veiligheidsbenadering vereist, maar dus niet per definitie gevaarlijker is. Bij correct gebruik en opslag is waterstof net zo veilig als de gassen die we nu gebruiken in onze industrieën en huishoudens. Dit hebben verschillende proefprojecten in Nederland en het buitenland ook bevestigd.

Misverstand 2. Waterstof vliegt zo door buiswand van een leiding heen

Een ander hardnekkig misverstand is dat waterstof overal doorheen zou lekken, omdat de moleculen kleiner zijn dan die van aardgas. En ja, waterstof kan door materialen heen dringen – net als aardgas of elk ander gas. Dit fenomeen heet permeatie (soms diffusie genoemd), maar de hoeveelheden zijn ongelooflijk klein. Net als dat permeatie van aardgas normaal gesproken geen veiligheidsrisico oplevert, doet de permeatie van waterstof dat ook niet.

Daarbij gaat waterstof inderdaad iets makkelijker door kunststoffen heen dan aardgas, doordat het molecuul kleiner is. Maar de hoeveelheden zijn nog steeds ontzettend klein, zodat dit geen extra veiligheidsrisico met zich meebrengt. Overigens is de permeatie door stalen leidingen nóg veel kleiner, zodat permeatie voor staal meer een theoretisch beschouwing is dan iets waar in de praktijk rekening mee moet worden gehouden.

Misverstand 3. Staal wordt heel bros van waterstof

Dit misverstand lijkt een beetje op het vorige. Waterstof kan inderdaad het staal intreden en het fenomeen waterstofbrosheid bestaat echt. De drukken en temperaturen waarbij dit plaatsvindt zijn echter véél hoger dan de drukken en temperaturen die in het Nederlandse gasnet worden toegepast. Zelfs de transportleidingen van Gasunie zullen niet zomaar heel bros worden.

Dat neemt niet weg dat dit principe wel wordt onderkend en de juiste soorten staal moeten worden gebruikt om mogelijk falen te voorkomen. Ook worden de leidingen goed gecontroleerd om zeker te zijn dat er niet stiekem scheurtjes in de leiding zitten die makkelijker groter kunnen worden. Over het algemeen kunnen de bestaande infrastructuren die we gebruiken voor aardgas daarom grotendeels hergebruikt worden voor waterstof.

Misverstand 4. De apparatuur voor waterstoftoepassingen neemt veel ruimte in.

Er zijn ook zorgen over de omvang van de apparatuur die nodig is voor waterstoftoepassingen. Sommige mensen stellen zich voor dat een waterstofketel zo groot is dat het de hele zolder of productieruimte in beslag neemt. Dit klopt niet. De waterstofketels die nu ontwikkeld worden, hebben bijvoorbeeld een vergelijkbaar formaat als de huidige gasgestookte ketels.

Misverstand 5. Waterstof is inefficiënt en daarom niet nuttig

Het klopt dat het omzetten van elektriciteit naar waterstof minder efficiënt is dan het direct gebruiken van elektriciteit. Maar in veel gevallen kan het omzetten van overtollige elektriciteit naar waterstof wel bijzonder nuttig zijn. Door netcongestie – het probleem waarbij het elektriciteitsnet overbelast raakt – is er soms te veel elektriciteit beschikbaar. In plaats van deze verloren te laten gaan, kunnen we deze energie opslaan in de vorm van waterstof.

Dit maakt waterstof een belangrijke schakel in het stabiel houden van onze energievoorziening. Daarbij kunnen sommige industriële processen gewoon niet op elektriciteit draaien. Waterstof kan hier een alternatief zijn voor aardgas.

Sleutelrol in de energietransitie

Hoewel waterstof vaak nog wordt gezien als iets nieuws en onbekends, is het al jarenlang een vertrouwde technologie in industriële processen. Het is niet gevaarlijker dan aardgas, de zorgen over lekkages zijn onterecht, en waterstoftoepassingen zijn vaak even compact als de systemen die we nu kennen. Bovendien kan waterstof een slimme en praktische oplossing bieden voor het opslaan en transporteren van energie, zeker in tijden waarin het elektriciteitsnet onder druk staat. Waterstof heeft een sleutelrol in de energietransitie.

Dat neemt niet weg dat onderzoek nodig blijft om waterstof op een veilige en verantwoorde manier te kunnen inzetten. Kiwa heeft hiervoor uitgebreide testfaciliteiten en het Waterstofhuis in Apeldoorn, waar waterstof in de praktijk ervaren kan worden.

Waterstof.jpg