Inhoud beoordelingsrichtlijn
De beoordelingsrichtlijn BRL 2502 beschrijft de certificatie van de civieltechnische eigenschappen voor korrelvormige materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m3, voor toepassing in onder andere mortels, beton en asfalt. De beoordeling van de milieuhygiënische eigenschappen (conform het Besluit bodemkwaliteit) valt niet onder deze beoordelingsrichtlijn. Deze valt onder BRL 9321.
In deze BRL wordt onder korrelvormige materialen verstaan een mengsel van korrels dat geheel of gedeeltelijk uit rond of gebroken materiaal bestaat, samengesteld uit natuurlijke minerale bestanddelen en waarvan de volumieke massa (?rd) ten minste 2000 kg/m3 bedraagt.
Het KOMO® productcertificaat duidt de producten aan als "Korrelvormige materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m3" en wordt afgegeven op naam van de producent onder vermelding van het wingebied.
Voor wie?
Producenten van korrelvormige materialen, betonmortel; asfalt; bouw- en woningtoezicht.
Wanneer is het nodig?
Voor het leveren van korrelvormige materialen met KOMO® productcertificaat.
Processtappen
Aanvraag en toelatingsonderzoek
Op basis van een aanvraag van een producent of leverancier start de certificatie-instelling het toelatingsonderzoek, bestaande uit een beoordeling van het geologisch dossier, het productieproces en het bijhorende, in een kwaliteitshandboek vastgelegde kwaliteitssysteem. Een bedrijfsbezoek maakt onderdeel uit van het toelatingsonderzoek. Tevens wordt met de producent de ingangsdatum van de stageperiode vastgelegd.
Stageperiode
Tijdens de stageperiode wordt beoordeeld of de producent in staat is de vereiste controles uit te voeren en producten te leveren die aan de eisen voldoen. Gedurende deze periode wordt tevens van elke korrelgroep door of onder toezicht van de certificatie-instelling een monster getrokken. Deze monsters worden onderzocht, zowel door het laboratorium van de producent als door een onafhankelijk laboratorium.
Afgifte van een KOMO® productcertificaat
Een KOMO® productcertificaat wordt, na afronding van de stageperiode, afgegeven als uit het toelatingsonderzoek blijkt dat aan het gestelde in de beoordelingsrichtlijn wordt voldaan.
Controlebezoeken
Na afgifte van het certificaat worden er maximaal 5 controlebezoeken per jaar uitgevoerd, tijdens dewelke wordt beoordeeld of de producent en de door de producent vervaardigde producten bij voortduring aan de in de BRL genoemde eisen voldoen.