Veelgestelde vragen over MKI

De betekenis van MKI (Milieu Kosten Indicator) wordt duidelijk in deze uitleg: het drukt milieuschade van producten uit in euro's. Deze score geeft informatie over de totale milieubelasting, van grondstof tot sloop. De MKI waarde laat zien hoe milieuvriendelijk een product is - hoe lager de score, hoe beter voor het milieu.

Een MKI berekening brengt alle milieueffecten in kaart tijdens productie, transport, gebruik en afvalverwerking. Door het bepalen van 19 verschillende milieu-impacts ontstaat een complete MKI calculatie. Deze wordt omgezet naar één getal: de MKI score in euro's. Deze methode maakt duurzaamheidsverschillen tussen materialen en producten zichtbaar.

MKI is verplicht bij aanbestedingen van Rijkswaterstaat en veel gemeenten voor infrastructuurprojecten. Ook bij nieuwbouwprojecten boven 100m2 geldt een MKI-verplichting via de MPG-berekening. De verplichting geldt vaak als maximale grenswaarde waar projecten onder moeten blijven. Bij veel aanbestedingen telt een lagere MKI-score mee als gunningsvoordeel.

MKI wordt steeds vaker als gunningscriterium gebruikt bij aanbestedingen in de bouw en infrastructuur. Als eis betekent dat de MKI-waarde onder een bepaald maximum moet blijven. Als gunningscriterium geeft een lagere MKI-waarde meer kans op het winnen van de aanbesteding. Grote opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat en ProRail passen dit toe bij duurzame projecten.

MKI is een essentiële schakel tussen circulair bouwen en duurzame bouw. Bij de keuze van duurzaam materiaal laat de MKI-score zien welke oplossing het minste milieuimpact heeft. Dit geldt voor gebouwen én duurzame infrastructuur. Zo wordt bij elk bouwproject meetbaar of circulaire keuzes werkelijk bijdragen aan lagere milieubelasting.

MKI is cruciaal voor duurzaamheid in de bouw omdat het precies aantoont welke materiaalkeuzes echt duurzaam zijn. Bijvoorbeeld bij duurzaam beton: verschillende innovatieve mengsels kunnen dezelfde sterkte hebben, maar sterk verschillen in milieubelasting. Deze meetbare aanpak helpt bij klimaatneutraal bouwen door de werkelijke impact van materialen en producten in kaart te brengen.

ECI (Environmental Cost Indicator) is specifiek voor GWW-projecten, terwijl MKI (Milieu Kosten Indicator) breder wordt toegepast in de hele bouwsector. De ECI methodiek gebruikt 11 milieueffecten voor de ECI berekening, waar MKI met 19 effecten rekent. Beide normeringen drukken milieubelasting uit in een waarde in euro's, maar zijn door verschillende toepassingsgebieden niet direct vergelijkbaar.

LCA (Life Cycle Assessment) of levenscyclusanalyse is een methode om milieueffecten te meten van grondstof tot afvalverwerking. Een LCA analyse brengt alle milieu impacts in kaart tijdens productie, transport, gebruik en sloop. De LCA berekening vormt de basis voor het bepalen van milieukosten van bouwmaterialen. Een volledige LCA geeft inzicht in de werkelijke duurzaamheid van producten.

LCA vormt de wetenschappelijke basis voor elke MKI-waarde. Zonder LCA-data is een MKI-berekening onmogelijk omdat de milieu-impact over de hele levenscyclus moet worden meegenomen. De resultaten uit een LCA worden omgerekend naar schaduwkosten, wat resulteert in de uiteindelijke MKI-score van een product of materiaal.

MPG staat voor MilieuPrestatie Gebouwen en toont de milieubelasting van materialen in een gebouw. MPG berekenen levert een complete milieuprestatie berekening op van het hele bouwwerk. De MPG norm stelt eisen aan nieuwbouwprojecten, waarbij de MPG score niet hoger mag zijn dan 0,50.

MPG geldt alleen voor gebouwen en wordt uitgedrukt in euro's per m2 per jaar, terwijl MKI breder wordt toegepast en in euro's per eenheid product wordt uitgedrukt. Een gebouw heeft één MPG-waarde, maar bestaat uit vele materialen met eigen MKI-scores. MPG gebruikt dezelfde milieudata als MKI maar rekent anders door verschillende functionele eenheden.