Sinds 1 oktober 2014 geldt voor de aanleg van een bodemenergiesysteem een wettelijke certificering. Opdrachtgevers (consumenten of bedrijven, aannemer of installateur) zijn sindsdien verplicht om werkzaamheden aan een bodemenergiesysteem door een Bodem+ erkend bedrijf te laten uitvoeren. Gebeurt dat niet, dan wordt dit gezien als een economisch delict.
BRL 6000-21 versie 2019
Sinds 1 juli 2021 geldt alleen nog de BRL 6000-21 versie 2019. Het belangrijkste verschil met de vorige richtlijn is het wegnemen van de scope-overlap met het BRL SIKB 11000-protocol ‘Ondergronds deel installatie bodemenergie’. Ook is BRL 6000-21 versie 2019 inhoudelijk beter afgestemd op het BRL SIKB 11000-protocol. Zo is duidelijker wanneer een bedrijf een certificaat voor BRL 6000-21 of BRL SIKB 11000 nodig heeft.
Certificering verplicht
Voor installateurs die werken aan het bovengrondse gedeelte van een bodemenergiesysteem (de bodemgekoppelde warmtepomp) is het BRL 6000-21 certificaat verplicht. Voor het ondergrondse gedeelte van een bodemenergiesysteem (de bronnen en bodemwarmtewisselaars) is het certificaat BRL SIKB 11000 verplicht.
Breed toepassingsgebied
Geaccrediteerde BRL 6000-21 certificering door Kiwa is interessant voor een breed toepassingsgebied: installatieprofessionals die zich bezighouden met warmtepompsystemen (bovengrondse deel van bodemenergiesystemen). Denk daarbij aan adviesbureaus, WKO-installateurs, technische installatiebureaus, beheerders en bedrijven die het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen ontwerpen, installeren en beheren.
Zes subdeelgebieden
Het deelgebied BRL 6000-21 kent zes subdeelgebieden. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen ontwerpen, installeren en beheren en tussen bodemenergiesystemen van individuele woningen en bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen. Bedrijven kunnen opgaan voor certificering voor één of meerdere van deze subdeelgebieden.