Om de verkeersveiligheid te vergroten, kiezen wegbeheerders er regelmatig voor om snelheidsremmende maatregelen te nemen in de vorm van drempels en plateaus. Door deze bewust aangebrachte ‘onvlakheden’ in het wegdek kunnen echter trillingen ontstaan. Verkeerstrillingen worden immers vrijwel altijd veroorzaakt door de interactie tussen een voertuig en een oneffenheid in de weg.
Schade en hinder
Vooral bij het passeren van zware voertuigen worden bij zo’n oneffenheid kortdurende trillingen opgewekt die zich in de wegconstructie en de ondergrond voortplanten. Deze trillingen bereiken in verzwakte vorm de bebouwing in de omgeving en kunnen aanleiding geven tot overlast. Deze overlast kan bestaan uit schade aan een gebouw en hinder voor personen in het gebouw.
SBR-richtlijnen
Anders dan voor bijvoorbeeld geluidshinder bestaan er in Nederland geen specifieke wetten voor de beoordeling van trillingen. Wel zijn er de meet- en beoordelingsrichtlijnen van de Stichting Bouwresearch (SBR). De SBR-richtlijnen kunnen worden beschouwd als de geldende beoordelingsrichtlijnen voor trillingsoverlast:
- SBR deel A: betreffende schade aan bouwwerken door trillingen, 2017;
- SBR deel B: betreffende hinder voor personen in gebouwen door trillingen, 2006.
Voorspellen
Om al vóórdat begonnen wordt met de aanleg van een snelheidsremmende maatregel in beeld te hebben of, en in welke mate deze voor trillingsoverlast zal zorgen, kunnen wegbeheerders door Kiwa KOAC een trillingsprognoses laten opstellen. Hierbij wordt met behulp van een rekenprogramma het effect gemeten dat passerend zwaar verkeer heeft op de geplande drempels en plateaus. Op basis van deze prognoses kunnen plannen worden teruggedraaid of bijgesteld (minder hoge drempels, langere op- en afritten, etc.). Kiwa KOAC kan, als onafhankelijke expert op het gebied van wegverhardingen, ook meedenken bij eventuele alternatieve oplossingen.