Zorgvuldige inzet van zonneparken in Nederland

Omgaan met openbare ruimte

In Nederland neemt  de energietransitie steeds concretere vormen aan. Wat ik zie is dat de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) van de overheid een forse groei van de zonne-energiesector teweegbrengt. Naast daken van huizen en gebouwen is nu ook open land een wingebied geworden voor zonne-energie door middel van zonneparken. Daar zitten ook de nodige schaduwkanten aan. Wat mij betreft is het tijd om vanuit verschillende kanten na te denken hoe je goed met de openbare ruimte omgaat, want een zonnepark blijft immers 20 jaar staan. Bij Kiwa zien wij dat gemeenten, bouwers en ontwikkelaars zijn zich aan het oriënteren zijn, maar dat zij nog lang niet inzichtelijk hebben wat de consequenties van de verschillende keuzes zijn.

Visie versus wildgroei

De publieke ruimte in Nederland moet gedeeld worden voor verschillende functies en activiteiten. Naast economische activiteiten bepalen vooral landschappelijkheid en biodiversiteit de kwaliteit van de leefomgeving. Het bouwen van zonneparken raakt aan al deze terreinen en dus aan het belang van veel verschillende partijen. Wie in een landschappelijke omgeving woont, of het graag bezoekt, hecht waarde aan de groene omgeving. Anderzijds maken het stikstofbeleid en de regels voor C02-reductie het boeren en grondbezitters steeds moeilijker om van hun grond te bestaan. Als dan de snelle schaalbaarheid van de zonne-energie-business gestimuleerd wordt met miljarden aan SDE-subsidies in 2020 heb je de ideale mix voor een wildgroei aan zonneparken. Voor gemeenten is het zaak om zich te beraden op hun visie voor de regio, bestemmingsplannen en vergunningen.

Nature Inclusive Solar Parks

Dat zonneparken deel uitmaken van de energietransitie mag duidelijk zijn. De vraag is hoe je ze zorgvuldig toepast. Zowel de ontwikkeling als het beheer en de uiteindelijke ruiming moeten op een aantoonbaar verantwoorde wijze plaatsvinden. Daarbij gaat het niet alleen om het aanzicht van een zee van zonnepanelen op land, maar ook om het voorkomen van onherstelbare schade aan de natuur. Door hectares grond af te dekken, hebben licht, lucht en water geen goede toegang meer tot de bodem. Er vindt geen goede filtratie plaats en het leven onder de panelen verschraalt, waardoor allerlei insecten en vogels zullen verdwijnen. In het concept van de Nature Inclusive Solar Parks (NISP) zijn al deze aspecten samengebracht.

De 11007 richtlijn van Kiwa

Het NISP-concept brengt in kaart wat er allemaal komt kijken bij een verantwoorde toepassing van een zonnepark. Specifiek voor NISP heeft Kiwa een nieuwe richtlijn ontwikkeld, de 11007. Deze is gebaseerd op de NISP Tool die opdrachtgevers een blauwdruk biedt voor ontwikkeling, realisatie en beheer. De winst is het voorkomen van struikelblokken bij de uitvoering en het behoud van een vitale natuur op lange termijn. Met een NISP voldoe je  aan de Gedragscode Zon op Land van Holland Solar. De gedragscode werd eind 2019  ondertekend door zowel bedrijven in de zonne-energiesector als door milieu-instanties en omwonenden (NLVOW).