Voortaan inwendige inspectie bij nieuwe referentieperiode stalen mestsilo’s
Stalen mestsilo’s waarvoor een nieuwe referentieperiode moet worden vastgesteld, moeten daarvoor sinds 1 maart 2019 inwendig worden geïnspecteerd. Dit vloeit voort uit de nieuwe, aangescherpte versie van de beoordelingsrichtlijn BRL 2344 die sinds eind vorig jaar wettelijk is verankerd in de Regeling Bodemkwaliteit.
De nieuwe BRL 2344 (20-4-2017) is sinds 30 november 2018 aangewezen vanuit de Regeling Bodemkwaliteit. In de beoordelingsrichtlijn is aangegeven dat kwaliteitsverklaringen op basis van de oude beoordelingsrichtlijn drie maanden na wettelijke verankering vanuit de Regeling Bodemkwaliteit hun geldigheid verliezen. Dit betekent dat kwaliteitsverklaringen op basis van de oude beoordelingsrichtlijn per 1 maart 2019 zijn vervangen door kwaliteitsverklaringen afgegeven op de BRL 2344, versie 20-4-2017.
Anders dan in de oude BRL 2344 (versie 15-12-2012) is in de nieuwe versie inwendige inspectie verplicht als voor een stalen mestbassin een nieuwe referentieperiode moet worden vastgesteld. De referentieperiode is het tijdsbestek waarbinnen de opslag voldoet aan de wettelijke en functionele eisen. Een inwendige inspectie kan alleen worden uitgevoerd als de mestsilo gereinigd is door een BRL-K906-gecertificieerd reinigingsbedrijf. Is dat niet het geval, dan moet aan een reeks strenge eisen worden voldaan:
- De mestopslag moet zijn ontdaan van alle vloeibare en vaste reststoffen. Er mogen geen reststoffen aanwezig zijn op alle te inspecteren kritische plekken;
- Tijdens het reinigingsproces mag geen beschadiging van een eventuele aanwezige inwendige coating hebben plaatsgevonden;
- Er moet voldoende zuurstof (18-21%) in de mestopslag aanwezig zijn;
- Explosiegevaarlijke gassen moeten zich beneden de 10% LEL (CH4) bevinden en toxische gassen mogen de WG-waarde (H2S, HCN, CO2, CO en NH3) niet overschrijden. Dit moet aangetoond zijn door een onafhankelijke deskundige (geldig diploma Gasmeten volgens de SSVV opleidingsgids;
- Een (eigen) ondergetekende verklaring dat het mestbassin is schoongemaakt met inbegrip van alle bovengenoemde punten.
Voor het betreden van de mestsilo door de leverancier moet altijd een gasmeting op zuurstof en waterstofsulfide worden uitgevoerd door een persoon die in het bezit is van een geldig diploma Gasmeten volgens de SSVV opleidingsgids.
Afgelopen jaren hebben er tientallen ongelukken in en rondom mestopslagplaatsen plaatsgevonden. Uit cijfers van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat hierbij tussen 1980 en 2013 57 slachtoffers zijn gevallen, waarvan 28 doden. Het is dan ook cruciaal om een mestopslagsysteem goed te onderhouden. Door gecertificeerde inspectie- en reinigingsbedrijven in te schakelen kan ervoor worden gezorgd dat de mestopslag en de afdekking blijven voldoen aan wettelijke- en functionele eisen. Afgezien van de veiligheidsrisico’s kan daarmee ook een verbod van het opslagsysteem en eventueel verlies van toeslagrechten worden voorkomen.
De agrotechnisch experts van Kiwa stonden aan de basis van de beoordelingsrichtlijnen op dit gebied en kunnen u alles vertellen over de richtlijnen op het gebied van mestopslagsystemen. Wilt u meer weten over de BRL 2344? Neem dan contact op met Machiel van der Veen (machiel.van.der.veen@kiwa.nl of +31 88 998 4461). Met vragen over de BRL-K906 kunt u terecht bij Marvin Venoaks (marvin.venoaks@kiwa.nl of +31 65 108 1821).