Bij veel activiteiten komen stoffen vrij die de bodem kunnen verontreinigen. In Nederland zijn we voor onze drinkwatervoorziening afhankelijk van ons grondwater, het is daarom van belang dit grondwater niet te vervuilen.
Om risico's van verontreiniging van de bodem te verkleinen of uit te sluiten, is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voorgeschreven dat in geval van risico zoveel voorzieningen en maatregelen aanwezig moeten zijn dat sprake is van een verwaarloosbaar bodemverontreinigingsrisico.
Het uitvoeren van activiteiten waarbij bodembedreigende stoffen, zoals bijvoorbeeld (motor)olie, benzine, diesel, gasolie en dergelijke, kunnen vrijkomen moet zodanig gebeuren dat het risico op bodemverontreiniging verwaarloosbaar is. Indien dit uitgevoerd wordt boven een vloeistofdichte vloer of verharding dan is in principe de bodembescherming voldoende gewaarborgd. De Verklaring Vloeistofdichte Voorziening is het wettelijke bewijs dat hieraan wordt voldaan.
Bij tankstations, tankplaatsen, wasplaatsen (voor motorvoertuigen, boten, e.d.) geldt het wettelijk voorschrift dat de activiteiten plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding. In andere gevallen waarbij gewerkt wordt met bodembedreigende stoffen geldt de algemene zorgplicht dat bodemverontreiniging wordt voorkomen. Ook in die gevallen levert de Verklaring Vloeistofdichte Voorziening bewijs dat aan de zorgplicht wordt voldaan.
Speciale aandacht verdient de eventueel aanwezige bedrijfriolering. Lekkages in rioleringen leiden in het algemeen tot grote bodemverontreinigingen. Alhoewel het aantonen van de vloeistofdichtheid van de bedrijfsriolering in veel gevallen niet verplicht is beveelt Kiwa dit wel van harte aan. Of de verplichting voor uw activiteit geldt kan Kiwa voor u aan de hand van de specifiek voor uw situatie geldende voorschriften bepalen.