19 december 2013

Nieuwe beoordelingsrichtlijn voor ophoogzand vastgesteld

De nieuwe beoordelingsrichtlijn voor ophoogzand die op 1 januari 2014 van kracht wordt, betreft een herziening van BRL9313 Zand uit dynamische wingebieden.

De herziening was nodig, omdat het uit opmerkingen van de handhavende instanties noodzakelijk bleek de traceerbaarheid naar het werk te borgen. Deze nieuwe BRL past ook in een goed beheer van de leveringsketen en de op- en overslaglocaties. De nieuwe beoordelingsrichtlijn is opgesteld door Kiwa Nederland BV te Rijswijk op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Zandwinners "NVZ" te Hoofddorp.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen? 

De belangrijkste wijzigingen, ten opzichte van BRL9313 versie 2009, zijn:

  1. De borging van de op- en overslaglocaties en de traceerbaarheid. Certificering van op- en overslaglocaties wordt mogelijk, waarbij zand met een erkende kwaliteitsverklaring kan worden opgebulkt (samengevoegd) en uitgeleverd. Het op- en overslagbedrijf of de depothouder kan daarmee zijn verantwoordelijkheid voor het beheer van het depot of de zandoverslag (trechter) borgen. De afnemer of transporteur die het zand vanaf de op- en overslaglocaties naar het werk brengt, kan zijn verantwoordelijkheid borgen door het unieke certificaatnummer en het adres van de laadlocatie op de vrachtbon of afleverbon te zetten. Met deze aanvulling op het bestaande certificatiesysteem is het gehele traject van productie tot aflevering in het werk voortaan goed te volgen.
  2. De traceerbaarheid van de certificaten. In plaats van het certificaat voor zoet zand en de deelcertificaten A voor zout zand, en B voor ontzilt zand, worden nu 5 typen (“niveaus”) certificaten onderscheiden. Daarmee wordt het voor de afnemer direct duidelijk of het geleverde zand, zout (I of II), ontzilt (III) of zoet (IV en V) is en of het zand afkomstig is van een tussenopslaglocatie (II of IV). Voor alle duidelijkheid: in het kader van het Besluit bodemkwaliteit is zout zand beperkt toepasbaar en ontzilt of zoet zand vrij toepasbaar. De vijf typen certificaten zijn: Niveau I: voor zout zand afkomstig uit maritieme wingebieden; Niveau II: voor zout zand geleverd uit een vaste op- en overslaglocatie; Niveau III: voor ontzilt zand; Niveau IV: voor zoet of ontzilt zand geleverd uit een vaste op- en overslaglocatie; Niveau V: voor zoet zand uit niet-maritieme wingebieden. 
  3. De controle op het ontziltingsproces. Voor een verbeterde controle op de resultaten van het ontziltingsproces is het monsternemingspatroon voor chloridebepaling van de lading zand in het schip aangepast. Verder is er aanscherping van het toezicht op chloridebepalingen opgenomen, met jaarlijkse verificaties door de certificatie-instelling. Dit om het vertrouwen van de certificatie-instelling en de afnemers in een juiste uitvoering van het ontziltingsproces te waarborgen.

De (ver)nieuwe certificaten

Volgens de Regeling bodemkwaliteit (stcrt +31 (0)20 133 19 50) moeten bestaande certificaathouders, binnen de overgangstermijn van 6 maanden, dus voor 1 juli 2014, hun certificaat laten aanpassen. De beheerders van op- en overslaglocaties van ophoogzand kunnen met KIWA Nederland BV of een andere certificatie instelling contact opnemen om zich volgens de nieuwe BRL9313 te laten certificeren.

Meer informatie

Robert Haarsma
Tel.: +31 (0)88 998 44 18 
E-mail: robert.haarsma@kiwa.nl

Of kijk hier.